Gedachten zijn er, altijd. Niemand weet waar ze vandaan komen en vaak weten we ook niet wat we er mee moeten, maar gedachten zijn er altijd. Hoe hinderlijk sommige gedachten ook zijn, je ontkomt er niet aan dat er altijd gedachten zijn.
Ademhaling is ook zo’n fenomeen dat altijd doorgaat. Het heeft geen aandacht nodig en is er altijd. Het verschil tussen ademhaling en gedachten is dat we vrijwel geen aandacht besteden aan onze ademhaling, terwijl we veelal de hele dag in gedachten kunnen zijn of bezig kunnen zijn met wat er zich in ons hoofd afspeelt.
Zodra je het besef krijgt dat al die gedachten eigenlijk wel wat hinderlijk beginnen te worden en je gedachten je vaker dan je lief is weerhouden van wat je eigenlijk zou willen doen of hoe je je liever zou willen voelen, dan wordt het tijd om te leren de regie te nemen over wat er zich in je hoofd, veelal ongevraagd, afspeelt.
De metafoor van het huurrijtuig: koets, koetsier en paard handelt hierover. Het paard is het verlangen dat ervoor zorgt dat de hele equipage van a naar b gaat. De koetsier stuurt het paard, althans dat behoort hij te doen, en de koets is je fysieke ‘deel’.
Wat vrijwel bij iedereen opvalt is dat ze het ene doen, terwijl ze in gedachten ergens anders zijn. Daarbij valt op dat hoe meer ‘geautomatiseerd’ de handeling is, des te meer aandacht naar de gedachten loopt. Handelingen als eten, wandelen, fietsen, lezen, luisteren en autorijden zijn zo geautomatiseerd dat het geen bewuste aandacht meer vraagt en alleen datgene wat voldoende afwijkt van de routine nog opvalt.
Een geautomatiseerde handeling is waarbij het paard de koets volgens een vast patroon rondtrekt, waardoor de koetsier te veel ‘vrije tijd’ krijgt en afgeleid wordt door alles dat er onderweg te zien is, terwijl bij iedere nieuwe impressie zijn fantasie op hol slaat. Ondertussen waant hij zich eigenaar van het geheel en discussieert hij het liefst met andere koetsiers over ‘de gebeurtenissen in de wereld’. Als er al ‘bij toeval’ een passagier van deze equipage gebruik wil maken, besteed deze koetsier het geld liever in de kroeg dan aan onderhoud voor de koets en goede voeding voor het paard.
Hoewel het aan de ene kant prettig is dat ons lichaam heel veel ‘als vanzelf’ kan en een groot leervermogen heeft, zijn er ook wel nadelen aan het leven op de ‘automatische piloot’ waarbij je het ene doet terwijl je aandacht volkomen ergens anders is.
Om te beginnen is stress, in welke vorm dan ook, het gevolg van ‘iets anders willen doen wat dat je op enig moment aan het doen bent.’
Ten tweede ‘mis’ je van alles dat onderweg mee te maken is. Hierdoor loop je nieuwe impressies mis.
Ten derde kost het veel meer energie om onbewust in gedachten te zijn dan om je aandacht te houden bij wat je aan het doen bent.
Ten vierde: het blijkt bij veruit de meeste mensen dat als zij ‘in gedachten’ zijn dat deze gedachten gaan over scenario’s waarvan ze juist niet willen dat ze ‘waar’ worden. Emoties als zorgen en onzekerheid kunnen hele sterke gedachtestromen op gang brengen en voor je het weet ben je in gedachten gesprekken aan het voeren met mensen die er niet zijn, onaangename filmpjes aan het maken of in jezelf aan het praten.
Ten vijfde levert het je niets op om te blijven doen wat je altijd deed als het voor je belangrijk is om meer en meer de regie te leren voeren over je omstandigheden en de gebeurtenissen die je in je leven wilt veroorzaken.
Het zal duidelijk zijn dat hoe langer de koetsier doorgaat met verwaarlozen van paard en koets er steeds minder passagiers gebruik zullen maken van deze equipage. Een passagier staat in deze metafoor voor ‘inspiratie’. De koetsier krijgt de instructies dan van de passagier, waardoor het traject van de ingesleten rondjes verlaten moet worden en de koetsier zijn aandacht nodig heeft voor het vinden van de route en het sturen van de equipage.
Kortom, als je iets in positieve zin aan je leven wilt veranderen, is de eerste stap om meer en meer de regie te nemen over wat er in je bol gebeurt. Hoe minder last je hebt van gedachten, des te minder stress, meer energie, meer bewust van de wereld om je heen en meer vertrouwen in jezelf en in je toekomst.
I have an exercise for that, or several:
Bewust tellen: tel van 1 tot 30 en terug van 30 tot 1: 1-30, 2-29, 3- 28, 4-27 en zo voort, tot en met 30-1.
Dit doe je iedere keer op het moment dat je merkt dat je ‘in gedachten bent’ of dat je aandacht wegloopt naar een of ander verhaal of fantasie dat zich in je hoofd afspeelt. Variaties zijn om op dezelfde manier 1-10 te tellen voor een korte onderbreking. Je kunt dezelfde oefening gebruiken om je aandacht te versterken door 1-100 te tellen.
Gebruik een mantra, een kort zinnetje dat je blijft herhalen. Dat kan bijvoorbeeld zijn “I wish to be myself”. Deze is goed te combineren met een ritmische beweging als wandelen waarbij je iedere keer dat je rechtervoet de grond raakt het volgende woord in jezelf zegt.
Als je merkt dat deze mantra mechanisch wordt, kun je de variatie 1234, 2341, 3412, 4123 aanbrengen, eerst in cijfers, daarna de cijfers door de woorden vervangen > “I wish to be myself – wish to be myself I, to be myself I wish, myself I wish to be.
Lichaamsgewaarzijn: Breng je aandacht naar ‘het veld van energieoverdracht’ Ieder werkwoord dat op een fysieke actie duidt, impliceert dat er energie wordt gebruikt. Het veld van energieoverdracht is bijvoorbeeld bij ‘zitten’ waar mijn zitvlak contact maakt met dat waar ik op zit. Bij typen is dat het voelen van het contact van mijn vingertoppen met de toetsen, bij wandelen is dat waar mijn voeten de grond raken en het gevoel in mijn voetzolen.
Voor gevorderden: Uiteindelijk gaat het erom dat je gewaarzijn van je lichaam permanent in je bewustzijn is. In combinatie met wandelen is het een prima oefening om de oefening hierboven uit te breiden met het gewaarzijn van ‘je bewegende delen’: je enkels, onderbenen, knieën, dijbenen, billen, heupgewricht, onderrug (!), wervelkolom, schouders en armen.
Ten slotte: Niemand weet waar gedachten vandaan komen. Wel weten we dat ze er altijd zijn. Naar mate je meer en meer de regie leert nemen over wat er zich in je hoofd allemaal afspeelt, zul je er achter komen dat er wel gedachten zijn maar dat deze niet van jou zijn. Het is immers mogelijk om je gedachten te zien en datgene dat je kunt zien, kun je niet zijn.
Gedachten lijken echt op het moment dat ze je aandacht opeisen en er tegelijkertijd iets anders in je meent dat die gedachte ‘waar’ is, dat hetgeen je denkt echt zo is. Ook als je denkt dat jij degene bent die denkt, besef dan dat ook maar een gedachte is. Meer ‘eigen’ is het waarnemen dat er gedachten zijn. Net zoals je een bus die ergens heen gaat waar jij niet heen hoeft, gewoon voorbij kunt laten gaan.
In gedachten zijn terwijl je tegelijkertijd iets anders doet is gevaarlijk. Niet zelden hoor je als iets mis is gegaan iemand zeggen: “ja, maar ik dacht…” Het is handiger om eerst te te bedenken wat je wilt (voordenken) en dan je aandacht te houden bij wat je aan het doen bent.
[facebook] [retweet]